KWADENDAMME BLUES FESTIVAL (Kwadendamme-NL-13 en 14/05/05)
Reeds
de 13de editie van dit populaire festival in Zeeland , op een
boogscheut van Goes.
Dit
jaar was er , naar aanleiding van de 10de verjaardag van het
overlijden van Rory Gallagher, gekozen voor een “Rory Gallagher Tribute Night”
met schilderijtentoonstelling incluis.
Volgens
de bende die reeds van vrijdag was vertrokken was het niet slecht doch slechts
de Ierse band Stagestruck en vooral de Engelse band Sinnerboy, haalden echt het
verwachte niveau.
Wat
ik vooral zat naar uit te kijken, was het programma van
zaterdag.
Voor de eerste maal door de
Westerscheldetunnel richting Zeeland. Een enige ervaring, want wie dacht dat
Handzame in het welbekende ‘Hol van Pluto’ lag, is waarschijnlijk nooit naar
Kwadendamme afgezakt.
Enfin , uiteindelijk toch gevonden, en iets te
laat want Maxwell Street was al begonnen. Niet getreurd want de schade was snel
ingehaald, na vijf minuten kijken stonden wij al met kippenvel. Marino was weer
in bloedvorm en toverde weer lekkere dingen uit zijn gitaar. Naar goede gewoonte
weer perfect bijgestaan door zijn “partner in cime” Willy De Vleesschouwer.
Verder hadden we op bas Rudi Brougnez (ex- Phil Clayton) en Johan Guidé
(Hideaway) op drums. We konden ons te goed doen aan lekkere shuffles bij
‘Kokomo’ of stevige boogielijnen op ‘Boogie All Night Long’ . B.B. King’s ‘The
Thrill Is Gone’ klonk stukken beter als op hun laatste cd en we konden lekkere
rocken op ‘Talk To Your Daughter’. Met
een “My name is Michael Jackson, keep the blues alive! “ nam Marino afscheid van een zeer dankbaar
publiek. Great, en dit was nog maar de eerste
band.
Na
een korte onderbreking, waar we buiten in de kleine tent konden genieten van
afwisselend Philippe Ménard en Herman Brock Jr , was het de beurt aan klasbak
Doug MacLeod.
‘
You Can’t Take My Blues’ rolde over de hoofden en ik had onmiddellijk beet dat
dit een zeer sterk optreden ging worden. Doug kennende kregen we ook het betere
fingerpickin’ werk te horen. Hij bracht een perfecte mix tussen stem en
gitaar.
Nummers als ‘My Good
Girl’ of het swingende ‘Big City Woman’ werden meer dan gesmaakt door de schare
aanwezigen die dicht bij het podium stonden. Verder weg hoorden we , jammer
genoeg, een storend geroezemoes. Maar dat heb je wel altijd bij akkoestische
optredens. Doug zorgde voor een goede communicatie tussen de nummers door ,
zoals bij de aankondiging van ‘Cold Rain’. Nam zelfs de tijd om de bottleneck
boven te halen bij ‘Wrong Kind Of Woman’ uit zijn nieuwe cd
‘Dubb’.
Het
geheel was zeer meeslepend, doorleefd en uit het leven gegrepen. Een fantastisch
optreden waarbij heel de tent plat ging bij ‘She Boogie’ en ‘East Texas
Sugar’.
Niets
dan grote kanonnen op deze dertiende editie. Buiten was de stem van Herman Brock
nog maar uitgestorven of binnen stoof de ‘Queen of Rockin’ Gospel Blues’ ofte
Sharrie Williams het podium op na een lang uitgesponnen soul-funky
instrumentaaltje.
Sharrie
beschikt met haar Wiseguys over een zeer sterke band met een perfecte drummer
die fantastische breaks uit zijn drumstel haalt. Al bij het eerste nummer ‘Hard
Travellin Woman’ (uit de gelijknamige nieuwe cd) werd de toon meteen gezet. Het
was geleden van Peer 2003 dat ik haar aan het werk had gezien en ik vond dat ze
nu een nog sterkere prestatie neerzette als toen. De sfeer zat er direct goed in
en hoewel er plots een klein dipje te horen was, werd dit onmiddellijk
rechtgezet door showman Pietro Taucher op keyboards. Deze gaf regelmatig een
toetsensolo weg en moest niet onderdoen voor jonge gitarist Lars Kutschke. Jimmy
en ikzelf kregen op Sharrie’s aanvraag zelfs een algeheel applaus en gaan nu
door het leven als de ‘Hat Brothers’.Een stevige ‘I’ve Got The Blues In My Hand’
, de knappe slow ‘How Much’ het dampende ‘Just You & Me’ maakten de set
kompleet. Nog een extra pluim voor de fantastische baslijnen die de zaal werden
in geslingerd door Marco Ray Franco, zelden zo’n goede bassist gezien. We kregen
een prachtige trage afsluiter en Sharrie kwam op algehele aanvraag bissen met
‘Tavellin’ dat duchtig door de hele tent werd meegebruld. Dit is wat ze noemen
een nr 1 optreden.
Alsof
we nog niet genoeg hadden werd ons hierna Monti Amundson
geserveerd.
Deze
zanger uit Portland – Oregon was al 5 jaar niet meer in Europa geweest. Hij had
in een dipje verkeerd doch was er blijkbaar meer dan gezond en wel uitgeraakt
want had net een nieuwe cd uitgebracht met de titel ‘Big Monti’. Niet gestolen
die naam want Monti is een beer van een vent. We kregen een powertrio te zien,
die zorgden voor een stevig potje bluesrock van het betere soort. Simpel
gebracht en recht voor de raap, zonder kapsones en het treft het publiek recht
in het hart. ‘I’m Good’ of ‘Let My Guitar Down’ waren van die nummers die je
midscheeps troffen. Gelukkig nam Monti soms de tijd om een slowblues als ‘Mean
Ol’ World’ aan de man te brengen, kwestie van wat op adem te komen. Monti bezit
een paar stevige stembanden en werd perfect begeleid door Boyd Small op drums en
Bart Kamps op bas.
Rocken
deden we met ‘When It Comes To Love’ , stampen met ‘Wanna Lie To You’ en het
sompige ‘All I Wanna Do’ deed denken aan de vochtig warme Louisiana
swamps.
‘Route
66’ werd compleet op speed gespeeld en ‘Looking Back’ mocht het geheel
afsluiten. Het uitzinnige publiek vroeg en kreeg ook meer. Monti en Boyd Small
brachten een ingetogen ‘Continental Breakfast’ om de boel af te sluiten. Monti,
nu geen 5 jaar meer weg blijven!!!
Belgische
trots om te vervolgen met Big Dave & Band. De band, dat zijn Tee en Stan
Aarts op gitaar, Wilfried ‘Wuff’ Maes op drums en Renaud Lesire op
bas.
Geen mens die eraan
twijfelt dat Dave Reniers één van de betere harpspelers is van Europa. Dat heeft
hij in Kwadendamme weer eens bewezen. Tee is een uitzonderlijk begenadigd
gitarist, maar stond mijns inziens tegen zijn zin op het podium en had het wat
moeilijk om de rol te delen met Stan Aarts. Jammer eigenlijk, zoveel egos op 1
podium. De kwaliteit van het optreden had eronder te lijden, want ik heb Dave al
veel beter gezien dan dat. Iets te weinig begeestering maar muzikaal en
technisch zat alles wel snor en het publiek kon het wel smaken. Och, er komen
nog genoeg momenten om zich te herpakken.
Voorlaatste
van de dag waren Sherman Robertson en Bluesmove.
Beginnend
met wat soul en funky invloeden, vorderde de muziek naar een stevig potje….ja,
wat eigenlijk? Moeilijk te definiëren, Texas Blues? Chicago Blues? Of beter het
perfecte mengsel tussen beiden waarschijnlijk. De uit Texas afkomstige Robertson
is een echt podiumbeest en serveerde eigen nummers met pittige eigenzinnige
covers van overbekende songs als ‘Shake Rattle ’n Roll’ of ‘Dust My
Broom’.
Een
stevig band achter hem met een perfecte en sobere ritmesectie (John Malloney op
bas en Mike Hellier op drums) en het betere toetsenwerk in handen van Julian
Grudgins.
Ik
heb ontzettend genoten van dit optreden. Robertson is een man met soul en
feeling en brengt zijn nummers ook zo. Hij is een sterk performer en weet het
publiek onmiddellijk naar zijn hand te zetten.
Ik
heb van dit optreden nog twee heel sterke nummers onthouden namelijk ‘Tin Pan
Alley’ en een grote versie van The Alman Brothers’ ‘Victim Of Circumstance’.
Mijnheer Robertson, u bent een hele grote.
Dit
jaar sloten de Juke Joints deze editie af, doch we hadden nog een lange weg voor
de boeg en kozen ervoor huiswaarts te rijden. Voorwaar, voorwaar, het was een
prachtige dag geweest. Ik heb enorm genoten en als de mannen zo blijven
programmeren ben ik volgend jaar terug van de
partij.
Marcel.